Een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu
Algemeen toepassingsgebied
Op grond van artikel 1 van de Milieustakingswet stelt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg het bestaan vast van:
- een zelfs onder het strafrecht vallende handeling, die een kennelijke inbreuk is
- of een ernstige dreiging vormt voor een inbreuk
- op één of meer bepalingen van wetten decreten, ordonnanties, verordeningen of besluiten betreffende de bescherming van het leefmilieu
Onder de bescherming van het leefmilieu vallen onder meer de volgende bepalingen:
- de bescherming en het behoud van lucht, bodem en water
- de schoonheid van natuurmonumenten en landschappen
- de stedenbouw en ruimtelijke ordening
- het afvalstoffenbeleid
- natuurbehoud
- de politie op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen
Snelle procedure
De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg is de bevoegde rechtsinstantie om uitspraak te doen over een stakingsvordering op grond van de Milieustakingswet.
De procedure verloopt zeer snel, en doorgaans zal u binnen het half jaar reeds over een uitspraak beschikken.
Spoedeisendheid dient zelfs niet te worden aangetoond.
Staking van activiteiten
Dat er zeer verregaande maatregelen kunnen worden opgelegd, blijkt uit het artikel 1, tweede lid van de Milieustakingswet.
Zo kan de Voorzitter de staking bevelen van handelingen waarvan de uitvoering reeds is begonnen, waardoor de inbreuk stopt, of maatregelen ter preventie van de uitvoering of ter voorkoming van schade aan het leefmilieu.
Ook kan de voorzitter een dwangsom opleggen om te voorkomen dat de overtreder doorgaat met de inbreuk.
Wij beschikken over een uitgebreide ervaring in dossiers waar de staking van hinderverwekkende inrichtingen wordt gevorderd.