Artikels Circulex

Het aanvechten van een RUP voor de RvVb

Volgens een vaste rechtspraak van de Raad voor Vergunningbetwistingen (hierna RvVb) kan een RUP worden aangevochten op grond van art. 159 Grondwet[1]. Deze techniek laat het toe om een RUP alsnog ter discussie te stellen voor de RvVb, zelfs lang nadat de proceduretermijn van 60 dagen bij de Raad van State is verstreken.

U dient voor de RvVb de exceptie van onwettigheid van art. 159 Grondwet in te roepen tegen een RUP indien het RUP de rechtsgrond vormt voor het afleveren van de vergunning. Het voordeel is dat u niet eerst het RUP dient aan te vechten voor de Raad van State:

  • Er bestaat geen discussie over het feit dat de Raad, als een met rechtspraak belast orgaan, reglementaire besluiten kan toetsen op de wettigheid ervan en ze, bij vastgestelde onwettigheid, op grond van artikel 159 Gw., buiten toepassing kan laten. Anders dan voor de vergunningverlenende overheid is de toepassing van artikel 159 Gw. niet beperkt tot ‘flagrante’ onwettigheden.[2]
  • Het middel waarin wordt aangevoerd dat het PRUP waarop de bestreden beslissing is gebaseerd, overeenkomstig artikel 159 van de Grondwet wegens onwettigheid buiten toepassing moet worden gelaten is op het eerste gezicht gegrond, gelet op het vernietigingsarrest van de Raad van State. De overeenstemming van de aanvraag met het PRUP is het voornaamste motief op grond waarvan de vergunning is verleend.[3]
  • Het onbenut laten van een vernietigingsberoep tegen een reglementair besluit belet niet dat een rechtzoekende later de onwettigheid van datzelfde besluit met toepassing van artikel 159 van de grondwet inroept. De tussenkomende partijen worden niet gevolgd waar zij aanvoeren dat de exceptie van onwettigheid onontvankelijk is omdat de verzoekende partijen nagelaten hebben het GRUP bij de Raad van State aan te vechten. De bewijslast ligt wel bij de verzoekende partijen.[4]

Indien de rechtsgrond van het RUP verdwijnt, valt een vergunningsaanvraag doorgaans terug op de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan. Die bestemmingsvoorschriften zijn niet zelden onverenigbaar met een project dat u bestrijdt voor de RvVb. 

Het bestrijden van een RUP vormt geen eenvoudige opdracht.

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd advocaat.

Contacteer ons vrijblijvend voor een afspraak of eerste advies.

[1] De hoven en rechtbanken passen de algemene, provinciale en plaatselijke besluiten en verordeningen alleen toe in zoverre zij met de wetten overeenstemmen.

[2] RvVb van 29 mei 2018 met nummer RvVb/S/1718/0906.

[3] RvVb van 28 maart 2017 met nummer RvVb/S/1617/0716.

[4] RvVb van 3 december 2020 met nummer RvVb-A-2021-0366.