Artikels Circulex

RvVb: onwettig planologisch attest = onwettige omgevingsvergunning!

In de procedure tegen de omgevingsvergunning werd het argument aangehaald dat het planologisch attest niet afdoende en onduidelijk gemotiveerd is. 

Er zou onvoldoende zijn gemotiveerd, gelet op de uitgebrachte adviezen, waarom voor de onmiddellijke realisatie van de uitgebreide parking wordt gekozen in plaats van dit te kwalificeren als een lange termijnbehoefte die pas na de opmaak van een RUP kan worden verwezenlijkt. 

Met betrekking tot de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening in het algemeen voert de klager voor de RvVb aan dat dit niet wordt onderzocht, dat enkele aspecten zoals  overlast naar de omgeving, parking, groenaanleg en de  inrichtingsvoorwaarde wel zijn besproken, maar slechts op een summiere en gebrekkige wijze, zodat er geen zorgvuldig onderzoek wordt gedaan naar de daadwerkelijke impact van de toegestane ontwikkelingen op de omgeving.

Uit het art. 4.4.24 VCRO blijkt volgens de RvVb dat in het kader van een beslissing inzake de afgifte van een planologisch attest de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar moeten worden afgewogen en dat daarbij tevens rekening moet worden gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu, en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen.

De RvVb stelt vast dat uit het planologisch attest, onder meer uit het deel onder de hoofding ‘Motivering’, blijkt dat voormelde aspecten uit art.4.4.24 VCRO worden beoordeeld. Wat die motivering betreft is hiervoor evenwel reeds gebleken dat die aangaande de parkeerproblematiek, wat verband houdt met de ruimtelijke draagkracht, niet afdoende is in het licht van het advies van de provincie Antwerpen waarbij wordt aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met de andere horeca- en parkeergelegenheden in de omgeving. 

Uit het voorgaande blijkt volgens de RvVb dat de bevoegde overheid het planologisch attest niet met de nodige zorgvuldigheid heeft vastgesteld en gemotiveerd, wat er in voorliggend geval tevens toe leidt dat een uitvoering van het attest in overeenstemming met de art. 4.4.24 en 4.4.26 VCRO onmogelijk is.

De vastgestelde onwettigheid van het planologisch attest brengt met zich mee dat in de omgevingsvergunning niet op wettige wijze toepassing kan worden gemaakt van art.4.4.26, §2 VCRO, zodat ook de bestreden omgevingsvergunning onwettig is.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigt op grond van die motieven de omgevingsvergunning. 

Uit het arrest blijkt dat de procedure tot het bekomen van een planologisch attest niet veronachtzaamd mag worden! 

Anders loopt uw project later het risico op sanctionering door de Raad voor Vergunningsbetwistingen.