Artikels Circulex

Een beperking van bouwmogelijkheden volstaat voor planschade

Met een interessant arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen van 26 oktober 2020 met rolnummer 2019/AR/1835 doet het Hof uitspraak in een princiepszaak over planschadevergoeding.

Recht op planschade

Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een RUP, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, of voor het verkavelen van gronden, terwijl het daarvoor wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of voor het verkavelen van gronden.

Voor de toepassing van planschadevergoeding moet bovendien aan volgende criteria samen worden voldaan op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het RUP :

  1. het perceel moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg;
  2. het perceel moet stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing in aanmerking komen;
  3. het perceel moet gelegen zijn binnen een bebouwbare zone zoals bepaald in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan;
  4. in gebieden die ressorteren onder de gebiedsbestemming `woongebied' of `wonen' komt enkel de eerste 50 meter vanaf de rooilijn in aanmerking voor planschade.

In bepaalde welomschreven gevallen in art. 2.6.1 § 4 VCRO is er geen recht op planschade.

Volledig bouwverbod vs beperking van bouwmogelijkheden

In het arrest van 26 oktober 2020 diende het Hof zich uit te spreken over de vraag of het bouwverbod totaal moest zijn of dat een beperking van de bouwmogelijkheden  volstaat om een planschadevergoeding te ontvangen.

Het hof is van mening dat ook na 1999 het niet vereist is dat er voor het perceel geen enkele stedenbouwkundige vergunning kan worden bekomen voor het optrekken, verbouwen, herbouwen of afbreken van een bouwwerk, vooraleer de eigenaar recht zou kunnen hebben op een planschadevergoeding.

De nieuwe regeling heeft tot gevolg dat in principe elke waardevermindering die voortvloeit uit een nieuwe beperking van de mogelijkheid om een vergunning te verkrijgen in aanmerking kan komen om vergoed te worden.

Een absoluut bouwverbod is niet vereist vooraleer een planschadevergoeding verschuldigd zou kunnen zijn. Een 'specifiek regionaal bedrijventerrein voor kleinhandel' brengt geen volledig bouwverbod met zich mee, doch deze wijziging van bestemming, komende van 'woongebied met landelijk karakter' beperkt de bouwmogelijkheden voor woningen.

Het verweer van de plannende overheid wordt verworpen.

Planschadevergoeding is verschuldigd.

Het bedrag van de vergoeding

De waardevermindering die voor de planschadevergoeding in aanmerking komt, komt neer op het verschil tussen de waarde van dat goed op het ogenblik van de verwerving en de waarde van dat goed op het ogenblik van het ontstaan van het recht op schadevergoeding.

De planschadevergoeding bedraagt tachtig percent van de waardevermindering.

Processuele vereisten

Na verloop van een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de inwerkingtreding van het RUP, kan het recht op planschadevergoeding niet meer ontstaan.

Het vorderingsrecht vervalt definitief een jaar na de dag waarop het recht op planschadevergoeding is ontstaan.

De vorderingen tot betaling van planschadevergoedingen, ongeacht het bedrag ervan, behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van eerste aanleg.

Op straffe van definitief verval van het recht op planschadevergoeding moeten alle eisende partijen binnen zes maanden na de inleiding van de zaak en uiterlijk vóór de eerste rechterlijke uitspraak bij de griffie een staat neerleggen.

Juridische bijstand

Het is ten zeerste aanbevolen dat u zich in een planschadeprocedure laat bijstaan door een gespecialiseerd advocaat.

Wij beschikken over een ruime ervaring en expertise in deze materie. 

Contacteer ons gerust voor een eerste vrijblijvend gesprek.